Migration des batraciens à Rhode / Migratie van amfibieën in Rode

26 / 02 / 2023

Meer dan twee uur lang namen Amélie Claeys Bouuaert, natuurgids, en Marc Bergmans, van Natuurpunt, ons mee in de magische wereld van de amfibieën, aan de hand van prachtige fotodocumenten die op een groot scherm werden geprojecteerd.

Amfibieën verdelen hun leven tussen land en water, waar ze zich voortplanten. In het vroege voorjaar verlaten ze de plaatsen waar ze de winter hebben doorgebracht om zich naar stilstaande wateren te begeven, zoals de vijvers van Rode. Ze lopen dan een groot risico te worden overreden bij het oversteken van wegen, waar de mannetjes zich helaas graag opstellen om een aantrekkelijk vrouwtje te spotten, op haar rug te springen en zich naar het water te laten dragen. Vorig jaar werden in Vlaanderen 11.000 amfibieën overreden! Dit betekent dat deze diertjes veel hulp nodig hebben, willen hun populaties zich op de lange termijn in stand kunnen houden.

In Rode werken sinds enkele jaren teams van vrijwilligers op strategische plaatsen (vijvers van Lansrode / vijver van Geevaert - Beekstraat / Novarode - Stationstraat / Kwadebeek) om padden, kikkers en salamanders in emmers te verzamelen en ze aan de "waterzijde" van de wegen vrij te laten. Daarbij worden soort, geslacht en aantal zorgvuldig geregistreerd. Deze activiteit is zeer educatief en sensibiliserend voor zowel kinderen als volwassenen. Ze vindt plaats van half februari tot begin april, 's avonds, bij een weersverwachting van minstens +8°C, vochtige lucht, geen wind, en na een periode van enkele dagen zonder vorst. Contactpersonen voor deelname aan de teams: Amélie Claeys (FR) amelie@datamail.be of Marc Bergmans (NL) marc.bergmans2@pandora.be.

Amfibieën kunnen we ook op andere manieren helpen, namelijk door in onze tuinen een paar wilde plekjes uit te sparen met stapels dood hout en voldoende strooisel (dode bladeren en takjes), en door geschikte vijvertjes aan te leggen (zonder vissen, met natuurlijke vegetatie en een zacht glooiende oever).

Tijdens de trek plaatst de overheid soms borden om automobilisten aan te sporen langzamer te rijden, of worden zelfs tijdelijke omleidingen ingesteld. Op geschikte plekken worden langs de wegen schermen aangebracht die de amfibieën naar ondergrondse tunnels leiden, zoals op de Alexandre Duboislaan langs de Groenendaalvijvers.

Onze inheemse amfibieën omvatten padden, kikkers en salamanders (terrestrisch en aquatisch), onderverdeeld in 16 soorten. Zij worden gekenmerkt door een naakte, vochtige huid, die een belangrijk ademhalingsorgaan is, en door vier poten. De gewone pad, met zijn wrattige huid, is (nu nog) een algemene soort. Bij de diverse reddingsacties tijdens de voorjaarstrek vertegenwoordigen padden circa 85% van alle gevonden individuen. Amélie en Marc leerden ons aan de hand van foto's de verschillende soorten te onderscheiden. Ze lieten ons ook het geluid van de “liefdesliedjes” van verschillende soorten horen, verklaarden de ontwikkeling van ei tot kikkervisje en vervolgens tot volwassen dier, de verschillen tussen mannetjes en vrouwtjes, en toonden ons hun schoonheid, vooral die van de paddenogen met hun grote pupillen omgeven door een gouden iris.

Amfibieën zijn zeer nuttig: ze eten slakken, insecten, wormen en spinnen. Ze bestaan al miljoenen jaren op aarde en hebben zich aangepast aan de vele veranderingen, maar de snelheid van de klimaatverandering en onze huidige levensstijl waarbij steeds meer van hun leefgebieden door de mens worden ingenomen, doen hun aantal elk jaar dalen.

Doen wat je kunt om hen te helpen geeft je een gevoel van nut, van bewustwording en toenemend respect voor het leven in al zijn vormen, en brengt de warmte van gezelligheid, van enthousiast teamwerk.

Duizendmaal dank, Marc en Amélie, voor deze onvergetelijke kennismaking met de wereld van de amfibieën.

 -----

Compte rendu du Tomorrode café  “Migration des batraciens à Rhode”,  26 février 2023

Pendant plus de deux heures, Amélie Claeys, guide-nature, et Marc Bergmans, de Natuur-Punt, nous ont emmenés dans le monde magique des batraciens, à l’aide notamment de superbes documents photographiques projetés sur grand écran.

Les batraciens sont des amphibiens, c’est-à-dire qu’ils partagent leur existence entre la terre et l’eau, où ils se reproduisent. Ils quittent donc au début du printemps les lieux où ils ont passé l’hiver pour se rendre vers des plans d’eau stagnante, comme les étangs de Rhode. C’est alors qu’ils se font écraser en traversant les routes où malheureusement les mâles aiment se poster pour repérer une jolie femelle, lui sauter sur le dos et se faire ainsi transporter vers l’eau. En Flandre, l’an dernier, on a compté 11.000 batraciens écrasés ! C’est dire qu’ils ont grand besoin d’être aidés pour pouvoir continuer à se reproduire. 

A Rhode, depuis quelques années, se sont constituées des équipes de bénévoles qui, aux endroits stratégiques (zones étangs de Lansrode / étang Geevaert-rue du Ruisseau/ Novarode-rue de la Station / Kwadebeek), ramassent les crapauds, grenouilles et salamandres dans des seaux et les relâchent du côté “eau” des routes, non sans avoir noté leur espèce, leur sexe, et leur nombre. Cette activité est très éducative et sensibilisante pour les enfants comme pour les adultes. Elle s’étend de février à mars, en soirée, quand la météo prévoit au moins +8°C, un air humide, et pas de vent, après une période de plusieurs jours sans gel. Personnes responsables à contacter pour participer aux équipes : Amélie Claeys(FR) amelie@datamail.be ou Marc Bergmans (NL) marc.bergmans2@pandora.be .

Autres façons d’aider les amphibiens : laisser des endroits sauvages dans nos jardins, avec des tas de bois mort et des tapis de feuilles, y aménager une mare (sans poissons, à végétation naturelle, avec une rive en déclivité douce). Les autorités publiques installent aussi des panneaux pour inciter les automobilistes à ralentir, ou même des déviations temporaires, ou des écrans le long des routes guidant les batraciens vers des tunnels souterrains, comme avenue Dubois le long des étangs de Groenendael.

“Nos amphibiens” comptent les crapauds, les grenouilles et les salamandres (terrestres) et tritons (aquatiques), réparties en 16 espèces, caractérisés par une peau nue, humide, qui est un organe important de leur respiration, et par quatre pattes. Le crapaud commun, à la peau verruqueuse, est de loin le plus nombreux à être ramassé par les sauveteurs durant le printemps : 85% des amphibiens. Amélie et Marc nous apprennent, photos à l’appui, à distinguer les différentes espèces. Ils nous font aussi écouter des enregistrements de leurs chants d’amour, nous expliquent l’évolution de l’oeuf au têtard puis à l’adulte, les différences entre mâles et femelles, et nous font admirer leur beauté, notamment celle de leurs yeux à la grande pupille entourée d’un iris doré.

Les amphibiens sont très utiles : ils se nourrissent de limaces, d’insectes, de vers, d’araignées et d’escargots. Ils existent sur Terre depuis des millions d’années, et se sont adaptés aux multiples changements, mais la rapidité de l’évolution climatique et nos modes de vie actuels font baisser leur nombre d’années en années.

Faire ce que l’on peut pour les aider procure le sentiment d’être utile, de devenir plus conscient et plus respectueux de la vie sous toutes ses formes et apporte la chaleur de la convivialité, d’un travail d’équipe enthousiasmant.

Merci mille fois, Marc et Amélie, pour cette initiation inoubliable au monde des amphibiens.